Als het gebouw geheel niet geisoleerd is, zoals hier, is het het verstandigst om met het dak te beginnen. Hier was het dak ook nog eens zodanig verouderd dat het lekte en het hout daardoor aangetast was, dus het moest grotendeels vervangen worden. Gelukkig waren de houten spanten nog intact.
Na een onderzoek naar diverse isolatiematerialen is er gekozen voor cellulose. Het grootste voordeel was dat dit tussen de spanten geblazen kan worden, zodat de kleinste kiertjes isolerend afgedicht zijn.
Duurzaam hoeft niet duur te zijn
De cellulose die hier gebruikt is komt van papierresten uit de afdrukindustrie van tijdschriften. Het heeft een heel hoge isolatiewaarde bij kou, maar ook in de zomer houdt het de hitte goed tegen.
Hoe gaat dat dan met muizen en brand? Het cellulose is verrijkt met bepaalde zouten waar muizen niet van houden en die brandwerend werken.
Tot slot is er een berekening gemaakt van de aannemerskosten (dampopen folie aanbrengen, tape en houten latten), het materiaal en de arbeid om het in te blazen. Dit bedrag is vergeleken met het bedrag wat het zou kosten om het dak met ‘standaard’ isolatieplaten te isoleren. In dit geval bleek de cellulose goedkoper. Dit zit deels in de arbeid (bij cellulose ben je snel klaar, geen pakken isolatie sjouwen naar boven en op maat snijden onnodig, ook geen afval) en in de materiaalkosten.
Isoleren met cellulose draagt dus niet alleen bij aan de circulaire economie maar is ook duurzaam en niet duur!